Landschap
Het landschap van Gambia is licht glooiend met wat heuveltjes. Het hoogste punt bedraagt ongeveer 40 meter, en Gambia is daarmee nog platter dan Nederland. De delta van de Gambia-rivier is vrij moerassig met een mangrovebegroeiing. Het noorden van Gambia heeft een landschap met lange grassen, grote struiken en wat bomen. Ten zuiden van de Gambia-rivier begint de bossavanne, grasland met groepen bomen.
Flora
Gambia ligt in de subtropen. Dat betekent dat er letterlijk van alles groeit en bloeit. De bomen zullen het meest opvallen: div. palmen, o.a. de kolapalm en de kokospalm. De mahonieboom, de teakboom, de katoenboom. Door het hele land heen de mango, de cashewnootboom. Maar de meest markante en de meest besproken boom is de baobabboom of apenbroodboom. Langs de Gambia rivier tot ver landinwaarts treft u de mangrovebossen oftewel de mangrovemoerassen. Een verblijfplaats voor div. vogelsoorten, vissen en reptielen. Bloemen zijn er volop in het land. Planten die we thuis in de vensterbank hebben, staan metershoog in de diverse tuinen. Het gehele jaar door bloeit de hibiscus of Chinese roos.
Fauna
In Gambia werden tot nu toe ongeveer 450 verschillende soorten vogels geteld, en nog steeds worden nieuwe soorten ontdekt. Sommige ervan komen alleen in Gambia voor. Grote vogels zijn onder andere de maraboe, gieren, lepelaars, kraanvogels, arenden, uilen en de opmerkelijke grondneushoornvogels. Vogelsafari’s zijn aan de orde van de dag.
Zoogdieren
Grote zoogdieren zijn vrijwel allemaal uitgestorven. Giraffen, leeuwen, buffels en grote antilopen komen vrijwel uitsluitend in natuurparken voor. Diep landinwaarts komen nog wel nijlpaarden en krokodillen in de Gambia-rivier voor. Verschillende kleine apensoorten, zoals de fluweelaap en de huzaaraap komen overal voor. Chimpansees leven alleen nog in het Baboon Island National park. Verder zijn er nog kleine antilopensoorten, aardvarkens en knobbelzwijnen